Onsterfelijke liefde 1
Guernsey - 2020 - 250 jaar Beethoven
Vietnam - Beethoven
Verschillende vriendschappen die rond deze tijd worden gevormd, zijn uiteindelijk zeer noodlottig voor Beethoven.
Op 5 mei 1799 komt gravin Anna von Brunsvik op bezoek bij Beethoven op de Petersplatz 11 in Wenen. Ze wil haar dochters, de 24-jarige Therese en de vijf jaar jongere Josephine pianolessen laten volgen. Hoewel hij een hekel heeft aan lesgeven, stemt hij onmiddellijk toe en wil hij zelfs geen vergoeding, hoewel hij het geld op dat moment zeker goed kan gebruiken. Hij is door hen gecharmeerd, blijkt een zeer attente leraar en componeert voor hen een lied met enkele variaties voor het pianoduet (WOo 74).
Door hen raakt hij bevriend met de andere leden van de familie, hun broer Franz en hun jongste zus Charlotte en ook Giulietta Guicciardi, hun piepjonge nichtje, dat in 1800 met haar ouders vanuit Triëst naar Wenen komt.
Beethoven is al snel een graag geziene gast bij zijn bezoeken aan hun landgoederen in Hongarije. Maar de korte trip naar Wenen heeft ongelukkige gevolgen voor Josephine.
Therese von Brunsvik
Josephine von Brunsvik
pianoduet (WOo 74)
De familie von Brunsvik maakt kennis met graaf Joseph Deym die eigenaar is van een beroemd wassenbeeldenmuseum, en hoewel hij bijna 30 jaar ouder is dan Josephine, dringt haar moeder aan om in te gaan op zijn avances omdat ze hem een geschikte echtgenoot vindt voor haar. Ongetwijfeld ook in een poging het familiefortuin terug te behalen. Josephine stemt met tegenzin in, en huwt met Joseph.
Op 2 april 1800 geeft Beethoven zijn eerste concert in het Burgtheater. De muziek omvat, naast een symfonie van Mozart en nummers uit Haydn's Creation, twee nieuwe werken van Beethoven.
Joseph Nepomuk Franz de Paula Graaf van Deym Freiherr von Střítež (1752 -1804)
In 1780, terwijl Joseph van Deym in militaire dienst is, doodt hij een rivaal in een duel en moet Wenen verlaten. In ballingschap in Nederland neemt hij de naam Joseph Müller aan en is succesvol als een wassenbeelden- en kunsthandelaar. Rond 1790 keert hij terug onder het pseudoniem Joseph Mueller naar Wenen en opent er een openbare curiositeitengalerij op Stock im Eisen Platz
Wassenbeeld buste van Ferdinand IV, 1793
Na een onderhoudende correspondentie met de uitgever Franz Anton Hoffmeister, die van Wenen naar Leipzig is verhuisd, worden deze 2 nieuwe werken uiteindelijk gekocht: de Eerste symfonie, het Tweede pianoconcerto, een septet in E-flat - opus 20 en de B♭-pianosonate.
Franz Anton Hoffmeister
Eerste pagina van de viool-solo
uit Hoffmeisters vioolconcert in D
Eerste symfonie
Septet opus 20
Josephine speelt op 10 december 1800, samen met de violist Schuppanzich, Beethovens “Vioolsonate N°3” - Opus 12 en enkele van zijn strijkkwartetten. Voor de muziekautomaat van het museum van Deym componeert hij ook nog vijf “Stukken voor een Flötenuhr” - WoO33.
Jozeph Deym overlijdt in 1804 in Praag en laat een 25 jarige zwangere Josephine met drie kinderen achter.
Beethoven had bij de familie von Brunsvik kennis gemaakt met Giulietta Guicciardi, een nichtje van Josephine. Hij geeft haar pianolessen en wordt op slag verliefd op deze wulpse schoonheid. Tot zijn spijt huwt ze op 21-jarige leeftijd in 1803 met graaf Wenzel Robert von Gallenberg.
Ludwig draagt wel zijn bekende “Mondscheinsonate” - Opus 27 N°2 aan haar op in vervanging van zijn Rondo in G - Opus 51 N°2 dat eerst voor haar bestemd was maar wat hij heel dringend aan gravin Henriette Lichnowsky moest schenken.
Malediven - 1977 - Moonlight sonate
Israel - Dag van de postzegel - eerste noten van de moonlight sonate
Gravin Julie "Giulietta" Guicciardi (1782-1856)
Rondo in G - Opus 51 N°2
Graaf Wenzel Robert von Gallenberg is een Oostenrijkse componist, die in die tijd vooral bekendheid heeft door het schrijven van meer dan 50 balletten voor theaters in Italië en Wenen. Hij reist in elitaire muzikale kringen en trouwt dus met Beethovens leerlinge gravin Giulietta Guicciardi waarvan hoger reeds sprake.
Zijn muziek wordt vaak bekritiseerd voor het imiteren van de stijlen van Mozart en Cherubini. Hij componeert Ismaans Grab (La tombe d'Ismaan) in 1823 en het wordt al snel een van zijn meest populaire balletten.
De choreografie van dit ballet is van de Franse choreograaf Louis Henry, die in heel Frankrijk werkt, evenals in Wenen, Napels en Milaan.
Louis Henry (1784-1836)
Wenzel Robert Graf von Gallenberg
(1783-1839)
Nu Beethovens eerste symfonie een feit is, moet hij ze nog uitgevoerd krijgen. Daarom tracht hij zelf om een zogenaamde “Akademie” te organiseren en moet hij met alle mogelijke middelen aan een concertzaal geraken. Dit gaat niet vanzelf, zeker niet in Wenen waar nog geen publiek concertleven bestaat zoals in Londen en Parijs. Daarom zet Beethoven zich aan het schrijven van een Sonate voor piano en hoorn in F majeur, opus 17 voor barones Josephine von Braun, de vrouw van het toekomstige hoofd van de Weense Opera.
Maar von Braun, concessiehouder van twee theaters in Wenen, maakt het leven van Beethoven zeker niet gemakkelijk.
Na heel wat moeite en met de hulp van verschillende hoogwaardige families en nadat hij zijn “Pianosonate N°2 in G-major” - Opus 14 opdraagt aan Barones Braun en zijn Septet in Es - Opus 20 aan niemand minder dan Keizerin Maria Theresia van Bourbon, krijgt hij dan uiteindelijk toch de toestemming om op 2 april 1800 zijn eerste “Akademie” te organiseren. Met andere woorden, muzikaal genie volstond niet en zelfs Beethoven gebruikte alle mogelijke connecties om uiteindelijk de kans te krijgen een concert te geven.
Barones von Braun
Op het programma van zijn Akademie, dat om halfzeven start, staan stukken van Mozart en Haydn. Als slotstuk wordt zijn “Eerste symfonie” opgevoerd.
Affiche van de Eerste Akademie van Ludwig von Beethoven
Na deze “Akademie” vraagt de beroemde hoornist Giovanni Punto (alias Jan Václav Stich) aan Ludwig om een sonate te schrijven die ze samen op diens “Akademie” zullen uitvoeren.
Op 18 april 1800 wordt de Boheemse (Tsjechische) virtuoze Punto (1746-1803), als solist begeleid op de piano door Beethoven zelf en boeken zij met zijn Hoornsonate in F-Major Opus 17 een enorm succes. Wanneer Beethoven en Punto dit stuk in Boedapest uitvoeren, betoogt een plaatselijke criticus in de pers:
“Punto, ja, natuurlijk is deze bekend. Maar wie is deze Beethoven?”
Giovanni Punto (1746-1803) - Horn Concerto, No.7 (c.1797)
Giovanni Punto (Jan Václav Stich)
Zijn reputatie is zodanig versterkt dat hij wordt uitgenodigd om de muziek te schrijven voor de balletproductie van “Die Geschöpfe des Prometheus” Opus 43 met de choreografie van Salvatore Viganò. De première hiervan wordt opgevoerd op 28 maart 1801 in het Hofburgtheater in Wenen.
“Die Geschöpfe des Prometheus” Opus 43
Act II.
4. Maestoso - Andante (14:48)
5. Adagio - Andante quasi Allegretto (16:07)
6. Un poco Adagio - Allegro (23:08)
7. Grave (24:35)
8. Marcia. Allegro con brio - Presto (29:29)
9. Adagio - Allegro molto (36:38)
10. Pastorale. Allegro (40:47)
11. Coro di Gioja. Andante (43:52)
12. Maestoso (44:13)
13. Terzettino - Grotteschi. Allegro - Comodo (47:29)
14. Andante - Adagio (51:19)
15. Coro, Solo di Vigano. Andantino - Adagio - Allegro (56:24)
16. Finale. Allegretto - Allegro molto - Presto (1:00:57)
Het Hofburgtheater aan de Michaelerplatz in Wenen.
Oostenrijk – 1976 - 200 jaar Burgtheater
Het werk aan de “Eerste symfonie”, de “Strijkkwartetten” en “Die Geschöpfe des Prometheus” hebben veel kracht van de componist gevraagd en in juni 1801 eist dit zijn tol en wordt Beethoven erg ziek. Hij komt ook tot de bevinding dat zijn gehoorproblemen alsmaar toenemen.
Aan zijn jeugdvriend en arts Franz Wegeler schrijft hij hoezeer hij in de greep van de paniek raakt. Net nu het succes voor het grijpen ligt, laat zijn gezondheid hem in de steek.
Franz Gerhard Wegeler (1765 - 1848)
Waarom is niet geweten maar in 1802 weigert Braun zijn zaal ter beschikking te stellen voor een tweede “Akademie”. Deze tegenslag wordt Ludwig echt te veel. Hij is volledig opgebrand, een burn-out zoals ze dat tegenwoordig noemen. Hij verwittigt op 22 april 1802 zijn muziekuitgever Breitkopf & Härtel in Leipzig dat hij een lange tijd niet meer zal werken en dat zijn broer Kaspar Karl alles verder zal regelen.
Logo Breitkopf & Härtel
De volgende dag vertrekt hij naar Heiligenstadt, aan de voet van de Kahlenberg in het Wienerwald, waar hij enkele kamers huurt in de Herrengasse, ten noorden van het stadscentrum
Postkaart : Beethoven in Heiligenstadt
Beethovenhuis in Heiligenstadt
1963 - Oostenrijk - Beethovenhuis
Hij geniet van de lange wandelingen door de wijngaarden waar hij tot rust komt en er is niets dat hem kan vermoeien. Na twee weken slaat de verveling echter toe en begint hij terug te componeren. Hij start met “Zes Pianovariaties” - Opus 34, “Vijftien Eroicavariaties voor Piano” - Opus 35 en aan “Drie pianosonates” - Opus 31.
Zijn broer zorgt tijdens deze rustperiode voor het oplossen van verschillende problemen met uitgevers.
Kazakstan - 2020 - Beethoven
“Zes Pianovariaties” - Opus 34
00:00 – Theme in F, Adagio – Cantabile
01:43 – Var.1 in D
03:07 – Var.2 in Bb, Allegro, ma non troppo
04:03 – Var.3 in G, Allegretto
04:58 – Var.4 in Eb, Tempo di Menuetto
06:22 – Var.5 in Cm, Marcia – Allegretto
08:10 – Var.6 in F, Allegretto
09:37 – Theme/Coda/Cadenza
“Vijftien Eroicavariaties” - Opus 35
“Drie pianosonates” - Opus 31
Tijdens deze zes maanden in Heiligenstadt schrijft Beethoven een resem van allerlei gevoelens en gedachten neer in het zogenoemde “Heiligenstädter Testament”. Dit testament bestaat uit een brief van vier bladzijden met een relaas over zijn gezondheid en de twijfel over zijn genezing.
Het Heiligenstädter Testament
Bewaard in de Staats- en Universiteitsbibliotheek van Hamburg.
Oostenrijk - 1975 - Kahlenbergdorf
Oostenrijk - 1983 - 300 jaar overwinning van de Turken bij Kahlenberg
Oostenrijk - 1958 - Kahlenbergdorf
Ludwig legt zich neer bij het feit dat hij zal sterven maar wil dit gebeuren zo lang mogelijk uitstellen. Het komt er op neer zichzelf te overstijgen en hij hoopt dat zijn lijden hem in staat stelt om gedurende de rest van zijn leven grootse prestaties voor de mensheid te leveren. Deze brief wordt nooit verstuurd en wordt gevonden na zijn overlijden.
In dit testament gaat zijn dank uit naar zijn vrienden, in het bijzonder Vorst Lichnowsky en Professor Johann Adam Schmidt.
Oogarts en chirurg Johann Adam Schmidt (12 oktober 1759 - 19 februari 1809)
Johann Adam Schmidt wordt het best herinnerd als de persoonlijke arts van Ludwig van Beethoven die hem bijstond van 1801 tot 1809. Beethoven wijdt het Trio voor piano , viool en cello in Es majeur Op. 38 aan Schmidt.
Einde van de pagina
Maak jouw eigen website met JouwWeb