De jonge professional



Maximiliaan Friedrich von Königsegg-Rothenfels (1708-1784), Aartsbisschop-keurvorst van Keulen en bisschop van Münster, is de eerste werkgever en beschermheer van Ludwig van Beethoven.

Portret van Maximiliaan Frederik van Königsegg-Rothenfels, door Johann Heinrich Fischer, circa 1768

Na de dood van Clemens August I van Beieren wordt Maximiliaan Frederik op 6 april 1761, midden in de Zevenjarige Oorlog, verkozen tot keurvorst-aartsbisschop van Keulen, om daarna op 16 augustus 1761 tot bisschop te worden gewijd.

Onder het bewind van Maximiliaan Frederik wordt het onderwijs-systeem sterk gepromoot.  Zo sticht hij een academie in Bonn en een universiteit in Münster.  In Münster en Westfalen worden tevens de gymnasia fors uitgebouwd.  Naast de voortzetting van het werk van het interieur van het Slot van Brühl kan Maximiliaan Frederik gezien worden als de voltooier van het Keurvorstelijk Slot in Bonn.  Onder zijn bewind wordt in Münster ook de aanleg van het Max-Clemenskanaal voltooid.  Hij laat de dom van Keulen herstellen en laat door Johann Conrad Schlaun tevens het Prins-Bisschoppelijk Slot van Münster bouwen.  In het hertogdom Westfalen laat Maximiliaan Frederik met de stenen van het tijdens de Zevenjarige Oorlog verwoeste keurvorstelijk slot een gerechtshof en de naar hem genoemde Maximiliaanbronnen aanleggen.

                                       2018 + Michel 3389

2003 - Michel 2330

2001 - Michel 2206

1948 - Bizone Yvert 40

1948 - Bizone Yvert 43

Vanaf 1784 tot 1790 krijgt de jonge Beethoven af te rekenen met heel wat problemen.  Deze starten met het overlijden van zijn beschermheer Maximiliaan op 15 april 1784 waardoor Bonn tot augustus zonder bestuur zit en er allerlei besparingen worden afgekondigd.

Zijn leraar Neefe moet hierdoor zijn inkomsten als organist delen met zijn leerling Beethoven wat de verstandhouding helemaal niet ten goede komt.  Ook worden zijn nieuw gecomponeerde “Kwartetten voor piano en strijkers” - WoO 36 niet uitgegeven omdat deze aanzien worden als probeersels van een debutant. 

“Kwartetten voor piano en strijkers” - WoO 36

Piano Quartet No. 3 in C Major:

00:00 I. Allegro vivace

06:46 II. Adagio con espressione

12:11 III. Rondo. Allegro

Piano Quartet No. 1 in E-Flat Major:

15:53 I. Adagio assai

23:54 II. Allegro con spirito

29:22 III. Theme and Variations.

Cantabile Piano Quartet No. 2 in D Major:

39:25 I. Allegro moderato

47:14 II. Andante con moto

55:19 III. Rondo. Allegro

Een zware dobber is voor Ludwig het overlijden van zijn moeder aan tuberculose op 17 juli 1787 op 40-jarige leeftijd, waardoor hij voor zijn twee broers moet zorgen.  Zijn aan lager wal geraakte vader kijkt immers niet meer naar zijn kinderen om. 

Joseph Freiherr von Schaden

 

In het voorjaar van 1787 reist Ludwig voor de eerste keer naar Wenen om pianoles te krijgen van Mozart.  Op zijn reis leert hij Joseph Freiherr von Schaden kennen.  Wanneer deze de schrijnende financiële situatie van Ludwig verneemt door het overlijden van diens moeder, leent Joseph hem een som geld die hij later mag terugbetalen.  Wanneer ze tijdens hun reis in Augsburg op hotel gaan, maakt Ludwig kennis met de orgel- en klavierbouwer Johann Andreas Stein en met zijn dochter Anna Maria (Nannette) die een aanzienlijke rol zal spelen in Ludwigs leven.

Johann Andreas Stein

Johann Andreas Stein is neef en leerling van de grote instrumentenmaker Gottfried Silbermann.  Tegen het einde van zijn leven wordt Steins bedrijf grotendeels overgenomen door zijn dochter Nannette.  Piano's met zijn naam na 1790 worden beschouwd als het werk van Nannette, aangezien Stein zelf te ziek is om instrumenten te bouwen.

Anna Maria (Nannette) Stein/Streicher

Wanneer Beethoven naar het huis van Mozart in Wenen wordt gebracht en Mozarts concert in c klein speelt, krijgt deze te horen dat hij iets van hemzelf moet uitvoeren.  Mozart is erg onder de indruk en zegt tegen zijn vrouw Constanze:

  "Pas op voor die jongen, op een dag zal hij de wereld iets geven om over te praten."

 

Ludwig speelt voor Mozart

Tuvalu 2020 - 250ste verjaardag van de geboorte van

Ludwig van Beethoven

1991 – Albanië - Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)

Beethoven gaat slechts tweemaal bij Mozart op bezoek.  Deze heeft helemaal geen tijd meer om les te geven vanwege zijn verhuis naar een nieuwe woning, de zorgen voor zijn doodzieke vader en zijn nieuwe opera “Don Giovanni” die hij tijdig voor Praag moet klaar hebben. 

Tegen de tijd dat Ludwig in november 1792 als jonge componist naar Wenen terugkeert, is Mozart minder dan een jaar dood.   Er wordt over hem gesproken als een opvolger, maar hij begrijpt dat hij, om naam te maken, in belangrijke opzichten anders moet zijn dan Mozart.

Don Giovanni

Act 1:

Overture (00:00)

Notte E Giorno Fatica (06:16)

Non Sperar, Se Non M (07:56)

Lasciala, Indegno! (09:18)

Leporello, Ove Sei (11:21)

Ah Del Padre In (11:48)

Fuggi, Crudele, Fu (14:24)

Act 2:

Già La Mensa È Preparata (2:21:25)

L'Ultima Prova Dell'Amor Mio (2:26:01)

Che Grido È Questo Mai (2:28:16)

Don Giovanni, A Cenar Teco (2:29:31)

Da Qual Tremore Insolito (2:34:50)

Ah, Dov'È Il Perfido (2:35:56)

Or Che Tutti, O Mio Tesoro (2:37:36)

Resti Dunque Quel Birbon (2:40:00)

Questo È Fin (2:40:34)

 

De jonge Beethoven heeft ook enkele trouwe vrienden waar hij op kan rekenen.  Zijn belangrijkste toeverlaat is Franz Ries, een collega van zijn vader die hem eerder ook pianoles had gegeven en die de thuissituatie van Ludwig maar al te goed kent.  Voor alle praktische problemen kan Beethoven dus bij hem terecht.

Ries werd geboren in Bonn en studeerde bij JP Salomon.  Hij was een wonderkind en concertmeester van het Kurfürstlichen Hoforchester in Wenen.  Hij bracht het grootste deel van zijn leven door in Bonn, hoewel hij in zijn vroege jaren in Wenen succes had, zowel als solo-violist als in kwartetten.  Hij ontving de "Orde van de Rode Adelaar" en een eredoctoraat van de Universiteit van Bonn.  Hij stierf in Godesberg.

Twee van zijn zonen, Hubert en Ferdinand, werden bekende componisten.

Franz Anton Xaverius Ries (1755-1846)

Hubert Ries

Ferdinand Ries

Maar de echte warmte en genegenheid vindt Ludwig bij de familie von Breuning.  Moeder Helene, die op 27 jarige leeftijd weduwe werd toen haar man omkwam in een brand, moet zorg dragen voor haar 4 kinderen en huurt Ludwig in om pianoles te geven aan haar dochter Eleonore.  Belangrijk is echter dat na het overlijden van Ludwigs moeder, hij in dit gezin wordt opgenomen en hij beleeft hier een familieleven zoals hij dat nooit eerder kende. 

Helene von Breuning door Granger

Eleonore von Breuning

 

Voor het eerst in zijn leven wordt de jonge pianoleraar verliefd op Eleonore wat een fatale afloop kent, want wanneer Eleonore op Nieuwjaar 1791 haar liefde voor hem bekent, is dit te veel voor Beethoven, die blijkbaar een panische angst heeft om zich te binden.  Na een hevige ruzie, vlucht hij van haar weg.

Aartshertog van Oostenrijk, Maximiliaan Franz heeft rond 1790 een eigen opera-ensemble en een 50-tal musici onder contract.  Beethoven componeert twee stukken voor blaasinstrumenten : 

het “Octet for winds in E-flat”, Opus 103

 

het “Octet for winds in E-flat”, Opus 103

00:06 - I. Allegro

07:45 - II. Andante

15:51 - III: Menuetto 

19:01 - IV: Presto

en het “Rondino in Mi-Majeur” - WoO 25.

 

het “Rondino in Mi-Majeur” - WoO 25

Maximiliaan is dermate trots op zijn muziekkapel dat hij in 1791 Beethoven en een groot deel van zijn muzikanten voor 3 maanden meeneemt op reis.

In de ochtend van 2 november 1792 vertrekt Beethoven naar Wenen waar hij op 10 november arriveert.  Hij weet dan nog niet dat dit zijn tweede thuisstad zal worden waar hij zijn ganse carrière zal uitbouwen en dat hij zijn geboortestad Bonn nooit meer zal zien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ferdinand Ernst von Waldstein

Oostenrijk - 1962 - Stadhuis Wenen

Oostenrijk - 1983 - Parlement Wenen

 

Ferdinand Ernst von Waldstein is de eerste mecenas van Beethoven en ontdekker van zijn talent.  Waldstein maakt de reis van Ludwig naar Wenen in 1792 mogelijk door hem een studiebeurs te schenken.  Hij komt vóór 1791 in contact met Beethoven via de familie von Breuning en neemt in Bonn actief deel aan het culturele leven van de residentie.  Hij is een goed pianospeler en wanneer Waldstein een Ridderbal organiseert, vraagt hij een jaar tevoren aan Beethoven om de muziek te schrijven.  Dit wordt in 1794 gedrukt als: "Variations à quatre mains pour le Pianoforte sur une Theme de Monsieur le Comte de Waldstein par Louis van Beethoven".

Hoewel Beethoven in 1804 zijn Pianosonate nr. 21 (in C opus 53) (de Waldsteinsonate) opdraagt aan Waldstein, is er tussen hen beiden toch geen contact meer.

 

Pianosonate nr. 21 (in C opus 53)

 

Movement I: 00:00

Movement II: 10:30

Movement III: 14:14


De eerste jaren in Wenen



Prins Karl von Lichnowsky

Dankzij de aanbevelingen van Graaf von Waldstein krijgt Ludwig bij zijn aankomst in Wenen een klein zolderkamertje bij Prins Karl von Lichnowsky in de Alsergasse.  Lichnowsky is gehuwd (1788) met Maria Christiane Keizerlijke Gravin von Thun und Hohenstein.  Prins en prinses Lichnowsky zijn zo ingenomen met hun jonge kostganger, dat ze hem binnen een maand van de zolder naar een ruim appartement op de begane grond verhuizen, om hem vervolgens naar een aantal kamers in hun eigen appartement te verhuizen. Beethoven heeft er echter al snel genoeg van om zich netjes te moeten kleden en snel te moeten komen eten, en hij verhuist in mei 1795.

Maria Christiane Lichnowsky

 

Tijdens de periode bij de familie Lichnovsky worden er een aantal grote werken door Beethoven gemaakt die hij aan de familie opdraagt:

de “Pianotrio’s” - Opus 1

de “Pianosonate N° 8 - Pathétique” - Opus 13

de Pianosonata N°12 - Opus 26  

“Pianotrio’s” - Opus 1

Allegro - 00:05

Adagio cantabile - 10:09

Scherzo allegro assai - 19:35

Finale presto - 24:22

Adagio / Allegro vivace - 00:05

Largo con espressione - 12:09

Scherzo allegro - 24:16

FInale presto - 27:42

Allegro con brio - 00:05

Andante cantabile con Variazioni - 09:03

Menuetto Quasi allegro - 18:38

Finale prestissimo - 22:10

Pianosonate N° 8 - Pathétique” - Opus 13

Pianosonata N°12" - Opus 26

Beethoven op één van de vrijdagavondconcerten ten huize Lichnowsky

Een schilderij van kunstschilder Julius Schmid

Ajman - 1970 - Beethoven bij Lichnowsky

Voor de prins zelf maakt hij de Symphony N°2 in D Groot  Opus 36 en voor de prinses het balletmuziek voor  “Die Geschöpfe des Prometheus” - Opus 43  naar het gelijknamige ballet van choreograaf Salvatore Viganò.

Symphony N°2 in D Groot  Opus 36

“Die Geschöpfe des Prometheus” - Opus 43

Salvatore Viganò

  Oostenrijk - 1960 - Stadhuis van Grätz

Na het professionele trauma van de mislukte productie van "Leonore" neemt Lichnowsky Beethoven in augustus 1806 mee naar zijn landgoed in Grätz, in de buurt van Troppau in Silezië.

Maar Beethoven vindt Lichnowsky's vaderlijke houding jegens hem even benauwend als altijd.  Na een woedende ruzie - nadat Lichnowsky hem vraagt op te treden voor enkele Franse officieren die voor het diner waren uitgenodigd - stormt Beethoven het huis uit en begeeft zich te voet naar Troppau.

Wanneer hij zijn appartement aan de Mölkerbastei binnenkomt, gooit hij de gipsen buste van Lichnowsky - die Lichnowsky hem zelf had gegeven - op de grond.

Ondanks Lichnowsky's aanhoudende pogingen tot verzoening, staat Beethoven nooit toe dat de relatie zijn vroegere intimiteit hervat.

Lichnowsky is en blijft het onderwerp van één van de meest geciteerde uitspraken van Beethoven.  Voordat hij het landgoed bij Grätz verlaat, laat Beethoven een briefje achter met de tekst:

"Er zijn veel prinsen en edelen. Er is maar één Beethoven."

 

            Oostenrijk 2009 - Grätz

Iets meer dan een week na zijn 20e verjaardag ontmoet de jonge Beethoven de beroemde Joseph Haydn voor het eerst op 26 december 1790 in Bonn waar deze en zijn impresario Johann Peter Salomon halt houden op weg naar Londen waar Haydn moet optreden. 

Beethoven ontmoet Haydn opnieuw op diens terugreis in juli 1792.  Beethoven toont hem dan zijn partituren voor de cantates over de dood van keizer Joseph II (WoO 87) en de verheffing van keizer Leopold II (WoO O88).

 

Funeral cantate on the death of emperor Joseph II, WOO 87

Cantata on the Accession of Emperor Leopold II, WoO 88

Haydn is zeker onder de indruk en vertelt Beethoven dat, als hij een regeling kan treffen om naar Wenen te komen, hij hem heel graag als leerling wil aannemen.

Beethoven begint kort na zijn aankomst in Wenen in november 1792 lessen te volgen bij Haydn.  Hij wordt enkele dagen per week ontvangen door de oude meester die hem oefeningen laat maken in het strenge contrapunt, een trainingsmethode die werd ontwikkeld door Johann Joseph Fux (1660-1741).  Hij krijgt ook nog les van Johann Albrechtsberger, Neefe en Carl Philippe Emanuel Bach.

 

USSR 1959 - Joseph Haydn

 

China 2019 - Joseph Haydn

Tsjechoslowakije 1959 - Joseph Haydn

 

Oostenrijk 1922 - Joseph Haydn

Belgie 2009 - Joseph Haydn

 

Hongarije 1959 - Joseph Haydn

Maar het gaat allemaal niet volgens zijn wens en Beethoven wordt al snel ontevreden.  

Haydn heeft het enorm druk met zijn eigen composities en opdrachten en wanneer Haydn in januari 1794 vertrekt voor een tweede reis naar Londen, waar hij meer dan anderhalf jaar blijft en terugkeert met een opdracht voor een reeks symfonieën (die later de Londense symfonieën zouden worden) neemt Beethoven intussen les bij  Johann Baptist Schenk - vaak in het geheim om Haydn niet te beledigen

Carl Philippe Emanuel Bach

Madagascar - 1988 - Carl Philipp Emanuel Bach

Carl Philipp Emanuel Bach studeerde oorspronkelijk rechten, maar werd in 1740 hofmusicus (klavecinist) in Potsdam, niet ver van Berlijn.  Hij moest onder andere koning Frederik de Grote, die een bekwaam fluitist en componist was, begeleiden op het klavecimbel. Hij schreef aldaar beroemd geworden muziek voor verschillende adellijke personen: de Preußische Sonaten (1742) voor Frederik II, de Württembergische Sonaten (1744) voor de jonge hertog Carl Eugen von Württemberg en de Sechs Klaviersonaten mit veränderten Reprisen (1760) voor prinses Anna Amalia. Hij verkeerde met groot gemak in de hoogste kringen. Zijn brede, algemene ontwikkeling was hem hierbij erg van nut. Hij was charmant, hoffelijk en onderhoudend, eigenschappen die zijn vader weleens miste.  Het lukte Carl Philipp Emanuel niet om de plaats van zijn in 1750 overleden vader als cantor-organist aan de Leipziger Thomaskirche over te nemen. In plaats daarvan volgde hij in 1767 zijn peetoom Georg Philipp Telemann op als Kapellmeister van de vijf hoofdkerken van Hamburg.  Hij legde zich vanaf dan hoofdzakelijk toe op het schrijven van kerkmuziek.  Tot aan zijn dood bleef hij in Hamburg wonen.


1986 – Oostenrijk - Johann Georg Albrechtsberger (1736-1809)

 

Christian Gottlob Neefe

Neefe kreeg als kind muziekles en begon met componeren toen hij twaalf jaar oud was. Hij studeerde rechten aan de Universiteit in Leipzig, maar keerde daarna terug naar de muziek om lessen te krijgen van componist Johann Adam Hiller.  Die hielp hem bij het voltooien van zijn eerste komische opera's. In 1776 ging Neefe werken bij het theatergezelschap van Abel Seyler in Dresden, waar hij zijn mentor Hiller opvolgde als artistiek directeur.  Later werd hij hoforganist in Bonn en leraar van Ludwig van Beethoven.  Hij hielp Beethoven bij het vervaardigen van diens eerste werken.  Neefes bekendste werk is een Singspiel met de titel Adelheit von Veltheim (1780).


Schenk kreeg zijn eerste muziekles bij Antonio Tomaselli die was verbonden aan de Dom van Wiener Neustadt.  In 1773 vertrok hij naar Wenen om daar verdere muzieklessen te volgen.  Qua componeren hield hij zich aanvankelijk vooral bezig met kerkmuziek, maar in 1780 begon hij zich te interesseren in het schrijven van theatermuziek en singspiele.  In 1796 behaalde Schenk succes met het singspiel Der Dorfbarbier.  Tevens componeerde hij concerten, waaronder een voor de harp, symfonieën en strijkkwartetten.  Schenks belangrijkste bron van inkomsten bleef echter het geven van muzieklessen.  Een van zijn leerlingen was Ludwig van Beethoven, die stiekem les volgde bij Schenk.

Johann Baptist Schenk

 

Voor Beethoven is eindelijk de opleidingscirkel rond en het heeft hem geleerd om zijn fantasie te kanaliseren in een duidelijke muzikale taal.  De eerste twee jaren in Wenen worden gebruikt om de Weense aristocratie te overtuigen van zijn uitzonderlijk talent. 

 

 

Roemenie - 2020 - Ludwig von Beethoven

Ludwig von Beethoven aan de piano

Zijn eerste publieke optreden vindt plaats op 29 en 30 maart 1795.   Antonio Salieri dirigeert het oratorium Gioas van zijn leerling Antonio Cartellieri en tijdens de pauze speelt Beethoven het “Piano Concerto N°2 in Bes” - Opus 19, terwijl hij op de tweede avond een lange improvisatie geeft.  Van dit pianoconcert maakt hij op 10 jaar niet minder dan vijf versies.

 

Piano Concerto N°2 in Bes - Opus 19

 

00:00 1. Allegro con brio (B-flat major)

13:47 2. Adagio (E-flat major)

24:11 3. Rondo. Molto allegro (B-flat major)

Antonio Salieri 

Salieri werd geboren in de Republiek Venetië , maar bracht bijna zijn hele volwassen leven door in Wenen als hoofd van de opera en later als de Oostenrijkse keizerlijke kapelmeester (van 1788 tot 1824).  Salieri was een kosmopolitische, hot shot componist, die opera's in drie talen kon schrijven.  Zijn werken werden regelmatig gespeeld in Parijs, Rome, Venetië of Wenen.  Onder zijn leerlingen waren Mozart, Hummel, Beethoven, Schubert en Liszt.  Wat een klasse leerlingen!

Salieri en Beethoven hadden geen strak schema voor hun lessen, toch ontmoetten ze elkaar nog vele jaren regelmatig.  Zoals Salieri het uitdrukte, was hij klaar om " gratis instructies te geven aan musici met kleine middelen ". ...had hij maar geweten hoeveel talent er toen nog in Beethoven schuilging !

In het begin wil de jonge Beethoven vooral advies over vocale composities en presenteert Salieri enkele van zijn Italiaanse liedjes.  Op deze stukken laat Salieri Beethoven zien hoe om te gaan met verbale accenten, uitdrukkingen en ritme.  Deze lessen zijn waardevol voor latere werken, wanneer hij de tekst met meer zorg en aandacht voor details benadert.

Het feit dat Beethoven – altijd kostenbewust – betaalt voor lessen van zijn legendarische leermeesters, toont aan dat hij graag de technische kneepjes van het vak wil leren en zijn vak wil verbeteren.  Aan de andere kant is hij niet alleen een rebel, maar een componist die zijn eigen smaak en impulsen volgt.  Op dat gebied is hij niet bereid een duimbreed toe te geven!

De relatie met Salieri blijft ook in latere jaren goed. Beethoven draagt hem zijn drie vioolsonates opus 12 (1799) op.

2000 – Italië - Antonio Salieri (1750–1825) Componist, dirigent en muziekpedagoog

3 Vioolsonates opus 12 opgedragen aan Salieri

00:00 Allegro con brio

07:59 Tema con variazioni: Andante con moto

09:16 Var. I

10:28 Var. II

11:41 Var. III

12:52 Var. IV

14:41 Rondo: Allegro

00:00 Allegro vivace

05:58 Andante, piu tosto Allegretto

10:56 Allegro piacevole

0:00 I. Allegro con spirito

8:01 II. Adagio con molta espressione

13:25 III. Rondo: Allegro molto

Door het succes van zijn verschillende concerten wordt Beethoven op zekere dag uitgenodigd door Constanze Weber, de weduwe van Wolgang Amadeus Mozart en een nicht van de componist Carl Maria von Weber, om als gastsolist op te treden in het Burgtheater. 

 

1972 - Ras el Khaima - Mozartreeks

Wolfgang Amadeus Mozart

Constanze Weber

 

Oostenrijk - 1955 - Burgtheater te Wenen

De daarop volgende winter treedt hij nog tweemaal op in de Kleine Redoutezaal van het Hofburgpaleis, een eerste keer op 18 december 1795 tijdens een benefietconcert voor Haydn, en een tweede keer op 8 januari 1796 met hetzelfde programma maar ditmaal georganiseerd door de sopraan Maria Bolla. 

Tijdens dit optreden speelt Beethoven zijn nieuw “Pianoconcerto N° 1 in C-groot” - Opus 15 

Oostenrijk 1972 - Hofburg te Wenen

Jersey 2020 - Pianoconcerto N° 1

“Pianoconcerto N° 1 in C-groot” - Opus 15 

 

I. Allegro Con Brio - (0:00)

II. Largo - (14:28)

III. Rondo (Allegro Scherzando) - (24:32)


Einde van de pagina