Eindelijk terug in Wenen


Het duurt meer dan een maand voor Ludwig genezen is van de opgelopen vlektyfus en terug kan beginnen met zijn normale werk in Wenen.  Tijdens zijn verschillende optredens speelt hij regelmatig nieuwe composities. 

Op 6 april 1797, tijdens een concert bij zijn vriend Ignaz Schuppanzigh, een beroemd Weens violist, wordt zijn “Kwintet voor piano en blazers” - Opus 16 uitgevoerd en op 29 maart 1798  geeft hij samen met voormelde vriend de première van zijn Vioolsonates - Opus 12

 

Ignaz Schuppanzigh (1776-1830)

Vioolsonates - Opus 12

 

00:00 Allegro con brio

07:59 Tema con variazioni: Andante con moto

09:16 Var. I

10:28 Var. II

11:41 Var. III

12:52 Var. IV

14:41 Rondo: Allegro

Kwintet voor piano en blazers - Opus 16

 

00:00 Grave

02:35 Allegro, ma non troppo

12:23 Andante cantabile

19:12 Rondò - Allegro, ma non troppo

Naast het geven van pianolessen blijft Beethoven zeer ijverig verder componeren, hoewel deze werken meer een gelegenheidskarakter hebben zoals:

het “Blazerssextet” - Opus 71

de “Serenade voor strijktrio - Opus 8-1

en het “Trio voor piano, klarinet en cello”  - Opus 11. 

Joseph Lobkowicz

(1772-1816)

Borbála Ana Luisa Keglevich de Buzin (1779-1813)

 

Beethoven componeert, naast deze kleine stukjes muziek, ook werken die veel belangrijker zijn en heel wat meer werk vergen.    Zo componeert hij voor zijn leerlinge Ana Luiza Barbara Keglević  de “Pianosonate N° 4 in Es-Dur” -Opus 7.

 

 

 

 

Pianosonate N°4 in Es-Dur

Louise Maria Augusta, prinses van Baden

 

In februari 1797 verschijnt het lied “Adelaïde” - Opus 46 waaraan Beethoven reeds 3 jaar werkt.

Tijdens het verjaardagsfeest van Louise Maria Augusta, prinses van Baden, die op 25 januari 1815 Tsarina Elisabeth Alexejevna van Rusland wordt, wordt dit stuk gezongen door de beroemde tenor Franz Wild, door Beethoven zelf begeleid op de piano.

 

“Adelaïde” - Opus 46

De schatrijke Prins Lobkowitz die kwistig omgaat met privileges en faciliteiten in Wenen, laat zijn paleis in Wenen ombouwen, zodat men er in de beste omstandigheden kan musiceren.  Zijn kapelmeester Antonin Wranitzky mag hierbij de allerbeste musici uitkiezen. Deze bestelt bij Haydn een reeks van zes strijkkwartetten, die er uiteindelijk maar twee kan opleveren en zijn opdracht doorgeeft aan Beethoven, wat voor de componist een enorme zware taak is en die hem meer dan twee jaar zal bezighouden.  Hij is immers bezig aan zijn eerste symfonie en moet dus zijn aandacht verdelen over de beide opdrachten.

Het paleis van Prins Franz Joseph von Lobkowitz in Wenen

 

Antonín Wranitzky (1761-1820)

 

Anton Wranitzky (ook Wranizky of Vranický) is  een Tsjechische violist en componist uit de 18e eeuw. 

Nadat hij een succesvol kapelmeester bij vorst Lobkowitz is, wordt hij directeur van het Keizerlijke hof orkest in 1807. In 1814 wordt hij dirigent van het Theater an der Wien.

Hij componeert 14 symfonieën, 14 concerten voor viool en orkest, concerten voor andere instrumenten en orkest, dansen en marsen.

Hij is de halfbroer van Pavel Wranitzky.

Graaf Johann Georg von Browne (1767-1827) is een officier in het Russisch leger en vestigt zich in Wenen, waar hij tijdens de vroege carrière van de componist, beschermheer is van Ludwig van Beethoven.

Zijn vader was George Browne, een Ierse fortuinlijke soldaat die vanaf 1730 officier in het keizerlijk Russisch leger wordt en de rang van generaal bereikt. Johann Georg von Browne zelf wordt brigadegeneraal in het Russisch leger.

Hij verhuist omstreeks 1794 met zijn vrouw naar Wenen.

Zijn inkomsten komen uit zijn landgoederen in Livonia (Lijfland), een gebied in de Baltische landen.

Beethoven bezoekt regelmatig zijn huis en zijn composities worden hier vaak uitgevoerd.  

Graaf  Johann Georg von  Browne

De opera “Das Waldmädchen” van kapelmeester Wranitzky is heel populair en Beethoven maakt hierop een variatiecyclus, opgedragen aan de echtgenote van graaf Johann Georg von Browne (1767 – 1827) die hem uit dankbaarheid een paard schenkt.

12 variaties op Russische Dans uit 'Das Waldmädchen' by P. Wranitzky, WoO 71

 

Tema "Allegretto": (00:35)

Var. I: (01:19)

Var. II: (02:04)

Var. III "Minore": (02:43)

Var. IV - "Maggiore": (03:28)

Var. V: (04:13)

Var. VI: (04:57)

Var. VII "Minore": (05:41)

Var. VIII "Maggiore": (06:14)

Var. IX: (07:00)

Var. X: (07:40)

Var. XI "Minore": (08:16)

"Adagio": (08:59)

In de zomer van 1798 begint Beethoven met schetsboeken die hij gebruikt voor de structuur van zijn muzikale gedachten.  Voordien gebruikte hij meestal losse bladen die verloren gingen of die hij niet kon terugvinden.  Van deze muzikale gedachten schrijft hij nu de essentie van een stuk neer in zijn schetsboek of wat misschien ook zijn dagboek kan genoemd worden. 

De schetsboeken behouden blijkbaar enige waarde voor hem lang nadat ze gevuld zijn,  want hij bewaart ze op een groeiende stapel voor de rest van zijn leven. 

 

Karl Amenda

      Blad uit een van de schetsboeken van Beethoven

In 1798 arriveert Karl Amenda, een student theologie en een bekwaam violist, in Wenen vanuit zijn geboorteland Koerland (Letland), en wordt leraar van de kinderen van prins Lobkowitz en muziekleraar in het huis van de weduwe van Mozart. Hij en Beethoven worden al snel goede vrienden; ze zijn bijna onafscheidelijk. Maar in de nazomer van 1799 moet Amenda weer naar Koerland vertrekken en op 25 juni 1799 schenkt Beethoven hem een ​​kopie van een kwartet 'als kleine herinnering aan hun vriendschap'. Dit kwartet wordt later in enigszins gewijzigde vorm uitgegeven als het eerste van de opus 18 - kwartetten.  Beethoven maakt de kwartetten in deze volgorde : n°3, n°1, n°2, n°5, n°4, n°6.

 

Strijkkwartet N°3

Allegro - 0:00

Andante con moto - 7:27

Allegro - 14:55

Presto - 17:48

Strijkkwartet N°2

Allegro0:03 

Adagio cantabile - 8:13

Scherzo - 14:14

 Allegro molto - 18:32

Strijkkwartet N° 4

Allegro  - 00:05

Andante - 08:09

Menuetto - 15:11

Allegro - 18:31

Strijkkwartet N°1

Allegro con brio - 00:05

Adagio  - 08:38

Scherzo allegro molto - 17:27

Allegro - 20:30

Strijkkwartet N°5 

Allegro - 00:05

Menuetto - 06:21

Andante cantabile - 11:15

Allegro - 20:11

Strijkkwartet N°6

Allegro con brio - 00:05

Adagio ma non troppo - 05:56

Scherzo allegro - 12:48

La Malinconia Adagio - 15:46

Allegretto quasi Allegro - 19:11

Het is niet duidelijk hoeveel van de zes kwartetten eind 1799 waren voltooid maar degene die het eerst werden geschreven, worden in ieder geval later herzien voordat ze naar de uitgever worden gestuurd.

Maar vooral zijn eerste symfonie wordt al snel een van zijn meest populaire werken.

Tegen die tijd strijden verschillende uitgevers om de nieuwste werken van Beethoven, en hoewel een aantal belangrijke composities verschijnen zoals de zeer individuele Sonate pathétique (op.13), opgedragen aan prins Lichnowsky eind 1799 - worden er geen kopers gevonden. 


Einde van de pagina


Maak jouw eigen website met JouwWeb